26 maart 2013

Roggebroodjes met zonnebloempitten


 Deze broodjes met roggemeel en zonnebloempitten zijn al lekker zonder enige vorm van beleg!


Het originele recept komt van  een Noorse site, ik heb het nog iets aangepast voor eigen gemak. Er wordt hier weer uitgegaan van het originele recept van Jim Lahey, die heel weinig gist gebruikt, en het deeg 12 tot 18 uur laat rijzen bij kamertemperatuur.

Niet-kneden roggebroodjes met zonnebloempitten (10 stuks)

Voorbereiding: roer in een kom door elkaar: 150 gram roggemeel, 240 g tarwebloem, 1 tl zout, 1/2 tl droge gist, 1 el honing en 3 dl water (gewoon rechtstreeks uit de kraan). Zorg dat er geen droge bestanddelen meer te zien zijn, en zet de kom afgedekt weg bij kamertemperatuur. Laat 12 tot 18 uur staan.

Bereiding: bestrooi een werkvlak met bloem, haal met een deegschraper het deeg in één beweging uit de kom en leg het op het werkvlak. Rol het voorzichtig door de bloem zodat het goed te hanteren is, en vorm van het deeg een 'stokbrood' van ongeveer 50 cm lang. Maak de bovenkant nat met water, en bestrooi het deeg met zonnebloempitten. Verdeel het deeg met behulp van de rechte kant van de deegschraper in 10 gelijke stukken, ik maakte deze keer driehoeken. Leg ze op een bakplaat en laat ze zo'n 45 minuten narijzen op een warme plek. Bak de broodjes gaar in 30 minuten bij 200°C.

22 maart 2013

Arme Tim

 Zijn z'n oogjes op de foto nog een beetje open, inmiddels ligt hij alweer onder zeil op de bank naast mij. Met een zeer hoorbare ademhaling. Vannacht heeft Tim weer een aanval van pseudokroep gehad, maar terwijl hij de vorige keer heel erg moest huilen, en er een stoombad en een koude-buitenlucht-behandeling aan te pas kwam, gaf hij zich er deze keer gelaten aan over. Blaffend hoesten, overgeven in de emmer, en intussen alweer zijn oogjes niet open kunnen houden. Zó schattig! Al was het dan midden in de nacht...


Zonder het te weten, en al helemaal zonder het te willen, zet hij ons hele weekend al van tevoren op z'n kop. Want met zo'n ziek kind ga je niet een weekend weg.
Jammer dan!



20 maart 2013

Knakworst-focaccia

Dit brood ziet er heel grappig uit als het is doorgesneden. Je kunt allerlei soorten worstjes gebruiken. Hier vind je het originele recept (in het Noors), met chiliworstjes (bestaat dat in Nederland?), brooddeeg van wit meel, en de bovenkant besmeerd met olijfolie, bestrooid met kappertjes en grof zeezout, en met halve kerstomaatjes die in het deeg worden gedrukt.


Onze variant is op deze manier gemaakt:

Niet-kneden knakworstfocaccia - 8 porties

500 g meel (je eigen favoriete mengsel: bij ons half volkoren/half wit) - 1/2 el grof zeezout - 2 tl gedroogde gist - ruim 4 dl water - kruiden voor een smaakje aan het brooddeeg: cayennepeper, paprikapoeder, peterselie en hot ketchup of gebruik je eigen favoriete smaakmakers
2 blikjes knakworstjes, evt. grof zeezout om mee te bestrooien (beviel ons niet zo)

Voorbereiding: kan een dag van tevoren, of anders minstens drie uur voor het bakken: Roer de ingrediënten voor het deeg door elkaar. Voeg zoveel water toe, dat er geen droge bestanddelen meer zichtbaar zijn, het deeg moet iets uitzakken. Sluit de kom af en laat hem een uur of twee bij kamertemperatuur staan om te rijzen. Zet de kom in de koelkast.

Bestrooi een werkvlak ruim met bloem, laat de knakworstjes uitlekken. Haal het gekoelde deeg uit de koelkast en haal het met behulp van een deegschraper in één beweging uit de kom, laat het vallen op het werkvlak. Strooi ook wat bloem over het deeg om het goed hanteerbaar te maken. Verdeel het deeg in twee stukken, druk een deeghelft uit op een bakplaat. Maak rijen van de worstjes over het hele oppervlak, laat aan de randen een stukje vrij. Druk de andere deeghelft op het werkvlak uit tot het ongeveer even groot is, en leg die op de worstjes, druk het deeg goed aan, vooral aan de randen. Laat het brood 30 tot 45 minuten narijzen (het liefst op een warme plaats). Kwast de bovenkant evt. in met melk, bestrooi evt. met grof zeezout, en bak het brood bij 200°C gaar in ongeveer 30 minuten.  

12 maart 2013

Italiaanse bollen


 Vroeger - toen er nog maar weinig junioren waren en we zelfs  nog in ons vorige huis woonden - haalde ik op zaterdag vaak Italiaanse bollen. Die belegden we dan met kaas, salami, en ui of ansjovis (naar voorbeeld van de beroemde Italiaanse bollen die je in Utrecht op de Oude Gracht kon kopen), en voor de liefhebber deden we ze dan in de magnetron.


De structuur van de zachte witte puntjes die ik laatst heb gebakken, deed me aan die Italiaanse bollen denken, en dan is het een kleine stap om het recept een klein beetje aan te passen.

Ik verdubbelde het recept van de puntbroodjes, liet de suiker eruit weg en in plaats van de bolletjes tegen elkaar aan te laten rijzen in een vorm, legde ik ze op de bakplaat een eind uit elkaar. De bovenkant kwastte ik voor het bakken in met melk.
Als resultaat kreeg ik 12 heerlijke, iets compactere vanwege het gemis van de suiker, stevige bollen.
Naar believen kun je natuurlijk (Italiaanse) kruiden door het deeg doen, of een gedeelte van de bloem vervangen door volkoren meel. Lang leve het experimenteren!

Niet-kneden Italiaanse bollen (of iets wat erop lijkt) - 12 stuks

836 g bloem - 4 tl gist - 40 g aardappelzetmeel - 40 g elk (magere melkpoeder) - 3 tl zout - 100 g gesmolten boter - 300 ml lauwwarme melk - ruim 300 ml lauwwarm water - naar keuze: (Italiaanse) kruiden

Roer alles snel door elkaar, het deeg wordt door het opstijven van de gesmolten boter later wat steviger, dus maak het deeg aan de zachte kant. Dek de kom af en laat hem  twee uur bij kamertemperatuur staan, of tot het volume is verdubbeld. Zet de kom in de koelkast. 
De volgende dag (of als het deeg voldoende is gekoeld) haal je het deeg in één beweging (met een deegschraper) uit de kom, en laat het op een bebloemd werkvlak vallen. Maak er een symmetrisch figuur van (cirkel of rechthoek) en verdeel die in vier gelijke stukken (met de rechte kant van de deegschraper), die je elk weer in drie stukken onderverdeelt. Vorm van elk deegstuk een mooie bol, door een beetje extra bloem op een kant te wrijven, en die kant als een jasje om het bolletje in te stoppen. Leg de bollen op de bakplaat, een stukje uit elkaar, om nog een keer te rijzen. Zet de bakplaat deze keer op een warme plek, ongeveer een uur, totdat ze mooi gerezen zijn. Kwast de bollen in met melk voor ze de oven ingaan en bak de bollen bij 175°C gaar, ongeveer 30 minuten.

05 maart 2013

Pain d'épi met bacon en kaas


 Het leven in ons gezin is druk tegenwoordig. Zelfs zó druk, dat het bloggen erbij inschiet. Alles de juiste prioriteit...


Brood bakken gebeurt nog steeds volop. Zoals deze pain d'épi - wat korenaar betekent - met een vulling van bacon en kaas. Zo'n korenaar ziet er mooi uit, en kan eenvoudig in kleine stukken worden gebroken. Uiteraard kun je eindeloos met de vulling variëren!

Tegenwoordig maak ik graag basisdeeg op maat, dus voor één keer bakken. Juist omdat het zo weinig moeite is om te doen, maakt het niet echt uit, en zo kan ik beter inspelen op de verschillende wensen, die neerkomen op een verschillend gehalte volkoren meel en/of kruiden door het deeg.

Recept niet-kneden pain d'épi met bacon en kaas

Voorbereiding (bijvoorbeeld een dag van tevoren): Meng 500 g meel (bijv. half volkoren/half wit) met 1/2 el grof zeezout en 2 tl gedroogde gist. Roer er ruim 400 ml water door, zodat je het nog net kunt roeren en er geen droog meel meer zichtbaar is. Het deeg moet een beetje uitzakken. Dek de kom af en laat hem 2 (tot 3) uur bij kamertemperatuur staan. Zet de kom in de koelkast. Het deeg is beter te verwerken als het gekoeld is, dus laat het minimaal een paar uur in de koelkast staan.

Bereiding: Bestrooi een werkvlak ruim met bloem. Haal het deeg in één stuk (met een deegschraper) uit de kom, laat het op het werkvlak vallen. Bestrooi de bovenkant ook met bloem (gebruik steeds voldoende bloem tegen het plakken!) en verdeel het deeg in vier stukken. Duw elk stuk uit tot een rechthoek, iets kleiner dan de bakplaat (na het oprollen wordt het langer omdat het zo'n slap deeg is). Verdeel een paar in stukjes gescheurde plakjes bacon over de deeglap (3 plakjes per deeglap, of naar smaak), en strooi er geraspte kaas naar smaak over. Rol de rechthoek in de lengte op (bij mij was de rechthoek niet zo breed, ik hoefde de randen alleen maar aan elkaar vast te knijpen). Doe hetzelfde bij de overige stukken deeg. Als het te plakkerig wordt, niet wanhopen, maar gewoon nog een beetje bloem ertegenaan gooien. Leg de 'worsten' op een of twee bakplaten en laat ze een half uurtje rusten.

Knip de deegworsten in, en leg de stukken deeg beurtelings naar links en rechts, om de vorm van een korenaar te maken. Kijk evt. naar dit filmpje, vanaf ongeveer 1:00 begint hij met knippen. Kwast de bebloemde randen nog even in met melk en bak de broden bij 200°C gaar, 25-30 minuten.


Mijn website

 Zou ik tussen al het schrijven door nog vergeten dat er ook nog een blog was... Mijn blog staat niet meer op nummer één als ik aan schrijve...