28 juli 2021

Fouten maken


 Tijdens mijn psychologisch onderzoek bij De Waag vroeg de onderzoekende psychologe of ik nog rapporten van de basisschool had. Die had ik allemaal nog. Het was apart om met nieuwe ogen naar mezelf te kijken, dit rapport uit de tweede klas (nu groep 4) maakt het overduidelijk: "Goed gewerkt Karien! Alleen niet zo hard schrikken als jij ook eens een foutje maakt". Ik kon dan anno 2020 al wel met nieuwe ogen kijken, het zat er nog steeds in dat ik van mezelf geen fouten mocht maken. De psychologe raadde me met een knipoog aan om dit toch elke dag één keertje te doen.


Tja, fouten maken ben ik niet expres gaan doen. Toch zorgen mijn goede bedoelingen niet altijd voor het gewenste resultaat. Tegenwoordig ben ik blij als het een keertje echt "fout" gaat. Want ik wil het zo graag voorleven aan mijn kinderen - dat fouten maken mag, dat het erbij hoort, en dat je juist hierdoor vaak het beste de dingen leert.

Deze bijdrage komt voort uit een situatie binnen mijn gezin waarin ik de fout maakte om te denken dat ik een fikse ruzie tussen twee van de kinderen kon oplossen - wat niet lukte, in elk geval niet op de manier die ik graag wilde. Toch zijn er in deze op zich nare situatie een aantal dingen gebeurd waar ik achteraf erg blij om ben: een van de kinderen pakte zijn spullen bij elkaar en is uit de situatie (lees: uit het gesprek met mij) vertrokken naar de slaapkamer (TOP!!), en een ander kwam juist vanuit de slaapkamer naar ons toe om de hond te kalmeren, die door alle consternatie wild aan het blaffen was in de bench - zonder zich met ons te bemoeien (ook TOP!!). Een gesprekje vanmorgen maakte het geheel af.

Toch jammer dat je fouten niet expres kunt maken ...

09 juli 2021

Visie van Marshall Rosenberg op o.a. therapie en hulpverlening

Dit heb ik gekopieerd van de Facebookpagina van Tijn Touber:

Marshall Rosenberg biedt een alternatief voor de wraak van de gevangenis: geweldloze communicatie. Rosenberg leert om werkelijk te luisteren naar de wensen en verlangens van een ander. Want heling begint met inleven. Onder de juiste begeleiding leidt het gesprek tussen dader en slachtoffer naar bevrijding. 'Communicatie is een dans om harmonie te creëren.'
Op de terugweg naar het vliegveld van Southampton vraagt de taxichauffer me wat ik in die afgelegen boerderij heb gedaan. Als ik hem mijn ontmoeting met Marshall Rosenberg beschrijf, zegt hij: 'Die man klinkt een beetje heilig.' Ik moet lachen. Als hij eens wist wat voor ongure types Rosenberg de laatste uren tot leven heeft gewekt, dan zou hij vast een andere benaming hebben gekozen. Toch is het woord 'heilig' niet eens zo slecht. Want de woorden heilig en heling liggen in elkaars verlengde en de mensen die door Rosenberg en zijn geweldloze communicatie zijn geheeld, zijn niet meer te tellen.
Wanneer ik de vorige dag om vier uur in de middag aankom, beginnen de zestien cursisten in de kunst van het geweldloos communiceren net aan de volgende workshop. Die ochtend heeft Rosenberg hen het verschil laten zien tussen giraffe-communicatie - een giraffe heeft het grootste hart van alle dieren - en jakhals-communicatie - de jakhals maakt andere graag af. Nu moeten zij een rollenspel doen waarbij ze op bezoek gaan bij Virgin-tycoon Richard Branson om geld los te krijgen voor een Fun School project. Het is echter niet het geld, maar de manier van communiceren waar het Rosenberg om gaat. 'Communicatie is als een dans, waarbij het erom gaat harmonie te creëren. Keep the dance going. Niet alleen onze wensen - dertigduizend dollar - moeten worden vervuld, maar ook die van Branson. Vraag je af: wat zijn zíjn behoeften? Wat kun jij voor deze man betekenen?'
Als geen ander heeft psycholoog Rosenberg leren kijken naar de behoeften achter menselijk gedrag. Reeds als klein jongetje raakte hij geïntrigeerd door de drijfveren van mensen om lief te hebben of te haten. Opgegroeid tijdens de rassenrellen in het gewelddadige Detroit van de jaren veertig, werd hij geconfronteerd met het feit dat zijn joodse achternaam al haatreacties opwekte. Maar ook de andere kant van het spectrum werd zichtbaar. Zijn oom kwam iedere avond langs om zijn oma - die bij hen in huis woonde - te verzorgen. En ondanks het feit dat oma vaak haar hele bed onderpoepte, bleef de oom glimlachen 'alsof zij hem een geschenk gaf'. Wat dreef zijn oom? Wat dreef racisten en nazi's? Rosenberg zag, dat geweld vooral voortkwam uit de manier waarop mensen de wereld beleven; uit de manier waarop zij over de wereld denken. Hij zag ook, dat onze manier van denken wordt gestuurd door onze - onbewuste - behoeften en verlangens. Diepgaand zelfonderzoek - 'ik ben het grootste deel van mijn leven boos en depressief geweest' - maakte het hem mogelijk zich optimaal in anderen in te leven. Veel van zijn tijd en energie besteedt Rosenberg aan het boven tafel krijgen van diepere gevoelens van geweldslachtoffers en bajesklanten.
'Onlangs werd ik door vrienden gebeld. Zij hadden een vrouw helpen ontsnappen uit Algerije. De vrouw had moeten toezien hoe haar beste vriendin achter een auto werd gebonden en werd rondgesleept totdat ze dood was. Toen hadden ze haar voor de neus van haar ouders verkracht. Die avond zouden ze terugkomen om haar te vermoorden, maar de vrouw wist te ontsnappen. Ze was nu twee weken in Genève en huilde aan één stuk door. Of ik met haar wilde werken. Ik zei: "Stuur haar vanavond naar me toe." Mijn vrienden waarschuwden me echter: "Ze weet dat je door middel van rollenspelen werkt en zegt dat ze dat niet kan omdat ze je zal vermoorden. Het is een grote sterke vrouw." Gelukkig had ik een grote man uit Rwanda over de vloer, die is erbij gebleven. De vrouw heeft anderhalf uur tegen mij - in de rol van de dader - gegild. Ik verontschuldigde me niet, maar luisterde naar haar en liet haar merken, dat ik haar hoorde. Door mijn ogen liet ik zien dat haar lijden werd begrepen. Na twee uur schreeuwde ze: "Hoe kon je het doen?" Waarop ik antwoordde: "Dat wil ik je wel vertellen, maar eerst wil ik weten of je alle begrip hebt ontvangen die je nodig hebt." Ze knikte. Toen heb ik haar verteld welke verlangens er in mij leefden. Toen ik was uitgesproken, zei ze: "Oh, mijn God, dat is precies wat hij zei." Ik hoor dat vaak als ik de rol van de ander - dader of slachtoffer - speel. Het is niet dat ik zo'n geweldig acteur ben, maar we hebben nu eenmaal allemaal dezelfde verlangens. Op dat moment ben ik echt, authentiek. Als ik collega's train, zeg ik: "Denk niet teveel na, wees gewoon die persoon."
Toen de vrouw wegging, was ze een ander mens. Het is geweldig om te zien hoeveel verandering er in een paar uur kan optreden. En voor zover ik kan nagaan, is die verandering blijvend. Het is zo'n groot contrast met de manier waarop ik ben opgeleid. Als psychotherapeut werd mij geleerd dat zo'n therapie drie tot vier jaar duurt. Ik ga echter niet in het verleden lopen wroeten. Ik deal alleen met de gevoelens die er op dat moment leven. Een groot deel van de training in geweldloze communicatie gaat over het vermogen empathie te hebben, de kwaliteit van begrip die enorme helingskracht bezit. Empathie vereist vooral aanwezigheid en niet een ander willen analyseren of redden. Je hoeft het probleem van de ander ook niet in detail te kennen, als je er maar echt kunt zijn voor die mens. Laatst was ik in Kopenhagen voor een lezing. In de pauze stapt er een vrouw op me af die twintig minuten tegen me aan heeft gepraat over hoe moeilijk de relatie met haar dochter verliep. Aan het eind van de dag kwam ze bij me en zei: "Het is zo kostbaar wat je me hebt gegeven." Maar ik had niets gezegd, geen woord gesproken. Ik was gewoon bij haar, ik was haar niet aan het analyseren en dacht er niet over na hoe ik haar kon helpen. Ik was ook niet aan het sympathiseren: "Het doet me echt pijn dat jij je zo rot voelt." Als ik dat wel zou doen, dan zou ik mijn gevoelens op de situatie projecteren en daar heeft zij niets aan. Misschien dat ik later verdrietig ben en wel sympathie voel, maar in eerste instantie is empathie van het grootste belang.'
Rosenberg is zeer radicaal in zijn opvattingen over therapie. Niet alleen vindt hij, dat de klinische afstand die je tot je cliënt zou moeten hebben averechts en neerbuigend werkt, zelfs het hele idee van hulpverlener is voor Rosenberg een gepasseerd station. Hij noemt het gewelddadig en constateert dat de geestelijke ziekte in die ongelijkwaardige relatie niet alleen wordt onderstreept, maar ook in stand wordt gehouden: 'Ik geloof niet dat je psychotherapie kan doen als je je als therapeut opstelt. Dat kan alleen als je een authentieke connectie hebt. Ik train therapeuten om al dat diagnostische flauwekul-jargon te laten vallen, anders blijf je de ander als patiënt beschouwen. Ik leer hen, dat het stellen van een diagnose een tragische expressie is van een onvervuld verlangen in henzelf. Vergelijk het maar met een ouder die tegen zijn kind zegt, dat het lui is. Maakt zo'n opmerking het kind meer verantwoordelijk? Nee, integendeel. Wat de ouder eigenlijk wil zeggen is: "Ik heb je hulp nodig om het huis schoon te houden." Dat is het wezenlijke verlangen. Voor therapeuten geldt wat mij betreft hetzelfde. Je hebt nu eenmaal bepaalde verwachtingen over de waarden die in mensen zouden moeten leven. Als je cliënt daar niet aan voldoet, zeg dat dan gewoon. Laat zien wat er op dat moment in jou leeft, in plaats van de ander te analyseren.
Onderzoeken hebben inmiddels aangetoond, dat er geen verschil is in de effectiviteit van een therapie van een gediplomeerd therapeut en die van een leek. De psycholoog Karl Rogers liet zien, dat er drie voorwaarden zijn voor een geslaagde therapie: accurate empathie, oprechtheid - echt zeggen wat jij voelt - en onvoorwaardelijke positieve waardering.
Therapeuten moeten allereerst in staat zijn hun eigen rotzooi onder ogen te zien. Dat kan alleen als je in staat bent empathie voor jezelf te hebben. De eerste stap daarin is je bewust te worden, dat de pijn die je nu voelt er niet is door iets wat er in het verleden gebeurde, of wordt veroorzaakt door iets wat er op dit moment buiten jou gebeurt. Je pijn is altijd het resultaat van iets wat er op dit moment binnen jou leeft. Als ik in het verkeer word gesneden en boos word, dan komt dat niet door het verkeer. Het is mijn boosheid. Ik ken een vrouw in Rwanda wier hele familie is uitgemoord. Maar ze is niet boos. Ze heeft hele sterke gevoelens, maar ze is niet boos. Het gaat er alleen maar om hoe je dingen interpreteert. De eerste stap in empathie is te leren om dat wat er op dit moment in je leeft en pijn doet, zichtbaar te maken. Noem het meditatie. Het komt erop neer dat je even stopt - slow down - en kijkt wat er in je leeft. Vervolgens moet je begrijpen dat die gevoelens voortkomen uit een verlangen. De wortel is een behoefte, een bepaalde nood. Je voelt vanzelf wanneer je de ware behoefte hebt gevonden, je lichaam zal het je vertellen.'
Vrouw: 'Ik ben zo depressief'
Rosenberg: 'Oké, wat maakt je depressief?'
Vrouw: 'Mijn kinderen, moet je eens kijken hoe ze zich gedragen.'
Rosenberg: 'Je vertelt me nu over iets wat buiten jou gebeurt, maar wat gebeurt er binnen in jou?'
Vrouw: 'Dat zeg ik toch, ik ben depressief.'
Rosenberg: 'Onthoud wat ik je heb verteld, de prikkel is nooit de oorzaak. Wat gebeurt er binnen in jou?'
Vrouw: 'Niets.'
Rosenberg: 'Slow down, luister.'
Vrouw: "Nou het laat zien wat een vreselijke moeder ik ben.'
Rosenberg: 'Aha, dus je vertelt jezelf wat een vreselijke moeder je bent.'
Vrouw: 'Ja, dat ben ik toch ook?'
Rosenberg: 'Ken je mijn definitie van de hel?'
Vrouw: 'Nee…'
Rosenberg: 'Ouder zijn en denken dat er zoiets bestaat als een goede moeder.'
Vrouw: 'Dus je zegt dat ik een goede moeder ben, ondanks het feit dat mijn kinderen met justitie in aanraking zijn gekomen?'
Rosenberg: 'Ik zeg niet dat je een goede of een slechte moeder bent, ik zeg alleen dat als je denkt dat een van die twee bestaat, dat je dan depressief wordt. Oké, nu je je daarvan bewust bent, wat is de behoefte achter het idee je een goede moeder moet zijn?'
Vrouw: 'Ik wil dat mijn kind wordt beschermd en leert hoe het gelukkig en goed in het leven kan staan.'
Rosenberg: 'Hoe voel je je nu?'
Vrouw: 'Verdrietig.'
Rosenberg: 'Voelt het als depressief?'
Vrouw: 'Nee.'
Rosenberg vertelt verder: 'Mensen beschrijven de pijn die ze achter hun boosheid of depressie voelen vaak als een "zoete pijn". Het is een natuurlijke pijn, omdat het is gerelateerd aan het echte leven, en te maken heeft met werkelijke behoeften. Het is geen verwrongen pijn.'
Ian: 'Man, die bewakers zijn zulke enorme klootzakken. Ze behandelen me als snot. Ze gaan niet eens in op mijn verzoek om die training te mogen bijwonen.'
Rosenberg: 'Ian, wat is de oorzaak van je boosheid?'
Ian: 'Dat zeg ik toch net?'
Rosenberg: 'Het is niet de stimulus, weet je nog? Wat vertel jij jezelf dat je zo boos maakt?'
Ian: 'Man, ik vertel mijzelf helemaal niets.'
Rosenberg: 'Slow down, wat gebeurt er van binnen?'
Ian: 'Man, ze behandelen ons hier als varkens, ze hebben daartoe niet het recht.'
Rosenberg: 'Oké, nu is het duidelijk waarom je zo boos bent.'
Ian: 'Hoezo?'
Rosenberg: 'Omdat je zo denkt.'
Ian: 'Wat is er verkeerd aan om zo te denken?'
Rosenberg: 'Ik zeg niet dat het verkeerd is, ik zeg alleen dat het jouw eigen denken is waardoor jij je zo voelt. Laten we kijken wat de behoefte is achter dit denken.'
Ian: 'Man, ik heb die training nodig, anders ben ik binnen de kortste keren weer terug in de nor.'
Rosenberg: 'Hoe voel je je nu?'
Ian: 'Ik ben zo bang, man.'
Rosenberg: 'Ian, je hebt vanmiddag een gesprek met de directie. Acht je de kans niet veel groter dat zij jouw verzoek zullen inwilligen als je op dat moment in contact staat met je verlangens, in plaats van met boosheid en alle mogelijke oordelen over anderen?'
Vervolgens gaat Ian in een hoekje zitten en kijkt zieliger dan ik ooit iemand heb zien kijken.
Rosenberg: 'Ian, wat is er aan de hand?'
Ian: 'Ik kan er niet over praten.'
Na de lunch komt hij naar me toe en zegt: 'Ik wou dat je me eerder over boosheid had verteld, dan had ik mijn beste vriend niet hoeven vermoorden.'
Rosenberg mag zichzelf dan geen groot acteur vinden, feit is, dat hij alle rollen moeiteloos speelt, compleet met intonatie, lichaamstaal en verdraaide stemmen. In gevangenissen gaat Rosenberg vaak op de stoel van het slachtoffer zitten, zodat de dader inzicht krijgt in het leed dat hij de ander heeft aangedaan. Liever nog brengt hij dader en slachtoffer bij elkaar en begeleidt ze door de verschillende stappen naar heling. 'Ik probeer criminaliteit holistisch te bekijken. Het gaat niet om een mens die moet worden gestraft, maar om heling voor slachtoffer en dader. Bovendien zie ik criminaliteit als een teken dat er een bepaalde tekortkoming is in de gemeenschap. Gevangenissen zijn noodoplossingen die slecht werken. Statistieken wijzen uit, dat je mensen voor 30.000 dollar per jaar op een plek zet waar ze uiteindelijk slechter uitkomen; de misdaad neemt niet af. Straf en wraak werken gewoon niet. Ik weet wel, dat slachtoffers vaak uit zijn op wraak. Ik werk regelmatig in Rwanda, waar kinderen hun handen werden afgehakt en hele families zijn uitgemoord. Er is daar een groot verlangen naar wraak. En toch denk ik niet dat wraak een wezenlijke behoefte is. Het is meer een strategie. Wraak is een concept dat voortkomt uit een manier van denken waarmee we al duizenden jaren om de oren worden geslagen - namelijk dat de mens slecht is. Het is gebaseerd op de theorie, dat je mensen corrigeert door ze te laten lijden. Ik probeer mensen duidelijk te maken dat er betere methoden zijn. Onlangs was ik in een gevangenis waar een jongen zat die alleen maar dacht aan de wraak die hij op zijn vroegere huisgenoot - die hem de bak had ingedraaid - zou nemen als hij uit de gevangenis zou komen.'
Rosenberg: 'Ik weet zeker dat ik je iets kan leren wat waardevoller is dan wraak.'
John: 'Je bent gek, man.'
Rosenberg: 'Geef me even wat tijd.'
John: 'Tijd zat.'
Rosenberg: 'Oké, jij speelt de rol van je huisgenoot. Het is de eerste dag dat je uit de gevangenis komt en je zoekt hem op. Je gaat naar hem toe en duwt hem in een stoel. Dan zeg je: "Ik ga je het een en ander vertellen van wat ik heb meegemaakt en ik wil dat je mij vertelt wat je gehoord hebt. Begrepen?"
John als huisgenoot: 'Maar ik kan het allemaal uitleggen, waarom het is gebeurd.'
Rosenberg als John: 'Hou je bek, en doe wat ik zeg, zodat er een kans is dat we beiden levend uit deze kamer komen. Toen je bij mij in huis kwam, heb ik je in bescherming genomen, ik hielp je werk te vinden, et cetera. En toen heb je me verraden. Dat deed zoveel pijn.'
John als huisgenoot: 'Maar je moet begrijpen…'
Rosenberg als John: 'Hou je bek en vertel me wat je mij hoorde zeggen.'
John als huisgenoot: 'Je zei dat het je heel veel pijn heeft gedaan…'
Rosenberg als John: 'En weet je hoe het voelt om twee jaar in een gevangenis te zitten en alleen maar aan wraak te denken? Het is alsof je langzaam doodgaat.'
'John vroeg toen of we konden stoppen. Hij zat met tranen in zijn ogen en wist wat hem te doen stond. John voelde, dat hij niet zozeer uit was op wraak, als wel op het begrip en het gevoel van zijn huisgenoot voor de diepte van zijn lijden. Ik liet hem zien hoe hij empathie kan krijgen van degene die hem leed berokkende. Ik moet de mens nog tegenkomen die deze empathie heeft ontvangen en daarna toch nog wraak wil nemen op die persoon. Ik probeer incest- en verkrachtingsslachtoffers ook met hun daders te verenigen. Het enige wat ik in eerste instantie van de dader verwacht is, dat hij herhaalt wat hij het slachtoffer hoort zeggen. Geen uitleg, geen verontschuldigingen, geen zieligdoenerij. Als de dader het niet kan zeggen, dan zeg ik het voor hem. De tweede stap is rouwen. Ik laat mensen zien hoe ze kunnen rouwen: door naar binnen te gaan en je af te vragen welk verlangen door je acties niet werd vervuld. En hoe voelt het, dat je zo tegen je eigen verlangens in hebt gehandeld. Dit is zeer pijnlijk, ze krijgen nog liever een pak slaag dan naar binnen te moeten keren. Na afloop zeggen ze, dat het lijden een soort zoete pijn was, het is zo anders dan de zelfhaat die ze voelden. Als het slachtoffer er bij is, krijgt die dus niet alleen empathie, maar ziet ook echt het lijden op het gezicht van de dader. Maar het is geen lijden waar de maatschappij voor hoeft te betalen, in een gevangenis waar de dader zichzelf steeds meer gaat haten. Na het rouwen gaan we kijken waarom hij zijn daad verrichtte.'
Rosenberg: 'Wat was de goede reden dat je haar verkrachtte?'
Dader: 'Hoe bedoel je, goede reden? Wil je zeggen dat het goed was?'
Rosenberg: 'Nee, dat zeg ik niet, ik zeg alleen dat we erachter moeten komen welke verlangens je aan het bevredigen was door het te doen. We hebben net gekeken naar de verlangens die niet werden vervuld en dan hebben we het nog niet eens over het feit dat je voor zes jaar in de gevangenis terechtkomt. Er moet dus wel een sterke reden voor zijn.'
Dader: 'Man ik was boos op de wereld. Iedereen behandelt mij als shit, ik dacht: ik zal een ander eens laten voelen hoe het is om als shit te worden behandeld.'
Rosenberg: 'Je had dus begrip nodig?'
Dader: 'Maar er was meer, ik had aandacht en liefde nodig en wist niet hoe ik dat moest krijgen.'
'Dan vragen we het slachtoffer: "Kun je empathie voelen met wat zich in hem afspeelde toen hij dat deed?" Je kunt dit alleen maar vragen als zij zelf voldoende empathie heeft ontvangen. Dit voordien te vragen, is ronduit gemeen. Heel vaak worden wij aangemoedigd om de ander te vergeven. Dat gaat niet. Maar als slachtoffers zien dat de dader echt spijt heeft, gillen ze vaak: hoe heb je het kunnen doen? Dan ontstaat empathie. Ze staan dan open om het verhaal van de ander te horen. Dit is het begin van samenwerking tussen dader en slachtoffer dat tot heling leidt. Als we empathie kunnen tonen, dan hoeven we niet te vergeven. Er is dan niets meer te vergeven. Empathie en vergeving zijn hetzelfde. Dan is de cirkel rond en is er werkelijke heling voor dader en slachtoffer. Dat is bevrijding.’

08 juli 2021

Mijn missie


 Tijdens mijn loopbaancoachingstraject heb ik een geleide visualisatie gedaan om mijn levensmissie te achterhalen. Dit is de tekening die ik ervan heb gemaakt.

Van tevoren had ik uitgezocht wat mijn drie kernwaarden zijn: liefde, verbinding en groei. Daarna kreeg ik het verhaal te horen waarin ik zelf de hoofdrol speelde, en waarbij ik af en toe iets moest invullen. Het verhaal is vrij lang, dit is er een onderdeel van: ik liep langs een weg een berg op. Onderweg kwam ik door een groot bos. Daar kwam ik een dier tegen (dit moest ik zelf invullen: het was een beer). Een stukje verderop kwam ik een voorwerp tegen (dit vulde ik zelf in: een rotsblok). En verderop kwam ik een persoon tegen (voor mij was dit de boswachter). 

Bovenop de berg stond een paleis, met de koning en de koningin. Van de koningin kreeg ik een geschenk (ik begreep als vanzelf dat dit mijn drie kernwaarden zijn: liefde, verbinding en groei). Van de koning kreeg ik vervolgens mij levensmissie.

Dit was destijds een enorm emotioneel moment. Ik had dit moment geschuwd, want ik was bang voor wat ik te horen zou krijgen. Maar op dat moment zag ik helderder dan ooit wat mijn taak was. Ik hoorde bijna letterlijk: ruim dat zooitje maar eens op. Netter gezegd: het is jouw taak om de mist te laten optrekken en de chaos op te ruimen tussen de mensen. In die tijd zat ik midden in mijn eigen proces, midden in de kluwen van hulpverlening, escalaties en conflicten en de op handen zijnde uithuisplaatsing. Ik betrok mijn levensmissie daarom allereerst op mijn eigen situatie.

De visualisatie ging verder. Ik ging de berg weer af. Het mooie was dat er geen spoor te bekennen was van boswachter, rotsblok of beer. Dat is ook het idee achter deze visualisatie, dat je je levensmissie kunt volbrengen met je kernwaarden, en dat er dan geen obstakels (meer) zijn.

Voor mij stond de boswachter voor narcisme. In mijn boek kun je lezen hoe dit begrip inderdaad is verdampt. Op dit moment zou ik het zelfs breder willen trekken naar persoonlijkheidsstoornissen in het algemeen. Het rotsblok stond voor de bureaucratie. In mijn eigen verhaal heb ik mogen ervaren dat deze twee obstakels geen belemmering meer vormen doordat ik mijn kernwaarden ging leven: liefde, verbinding en groei. De beer op de weg is ook verdwenen - ik weet niet meer of ik een bepaalde betekenis heb gehecht aan die beer, maar het zou heel goed kunnen dat deze gewoon symbool staat voor allerlei figuurlijke beren op de weg.

Vandaag kwam deze visualisatie weer in mijn gedachten. Gisteren is er een documentaire vertoond over alles wat misgaat in de jeugdzorg. Ik heb hem zelf (nog) niet bekeken, maar lees op LinkedIn er wel over. En ik zie in het groot gebeuren wat ik in mijn persoonlijke traject heb meegemaakt. Ik geloof er vast in dat mijn taak op dit gebied ligt, ook al weet ik nog niet precies hoe dit vormgegeven gaat worden. Wellicht is dit een mooi onderwerp om over te (blijven) bloggen!

06 juli 2021

Het stopt nooit

 Persoonlijke ontwikkeling hoeft nooit te stoppen. Daar ben ik heel blij mee, want het helpt zó ontzettend goed om te begrijpen, en om net zo lang te zoeken tot ik het begrijp als er dingen gebeuren die ik nog lastig vind.

Ik vind het lastig om onderwerpen te vinden voor dit blog. Ik ben niet iemand van veel herhalingen, en alles is al een keer gezegd. Over de kinderen zou ik boeken vol kunnen schrijven, maar dat doe ik niet omdat zij hier niet om hebben gevraagd. Bovendien ben ik op LinkedIn begonnen om veel te schrijven over dingen die ook al in dit blog staan, maar dan net weer anders. Dat ga ik ook niet dunnetjes overdoen hier.

Het blog laat ik in elk geval online staan, al is het alleen maar voor alle recepten. En soms voeg ik er nog wat aan toe, zoals vandaag.

Iets wat mij niet makkelijk viel, was een verwijt dat ik langs een van de platforms van sociale media naar me toe kreeg van iemand die zei dat zij de titel van mijn boek had gesuggereerd, en dat ik nu net doe alsof ik dit zelf heb bedacht. En dat dit niet oké is. Het lijkt erop dat ik daarop uit haar leven ben gebannen omdat mijn antwoord niet meer is gelezen en ik kennelijk ontvriend ben op een ander platform. Dat voelt als onaf, want ik zou heel graag in verbinding zijn en blijven met in principe alle mensen. Als de mogelijkheid tot contact wordt afgesneden, voelt dat toch nog heel naar.

Gelukkig weet ik nu ook hoe ik hiermee om mag gaan. En dan gaat het er niet eens zozeer om of het waar is wat er wordt gezegd, maar veel meer om de behoeften en gevoelens. Mijn eerste gevoel van verontwaardiging verdween toen ik me dit realiseerde. Ik stelde me voor dat het klopte wat ze zei, en ook al kan ik het me oprecht niet herinneren hoe ik aan mijn titel ben gekomen anders dan dat ik er op een ochtend mee wakker werd, het zou best kunnen dat dit was door een suggestie van iemand anders. In dat geval ben ik haar er heel dankbaar voor, want ik ben erg blij met de titel. Met deze gedachte heb ik de angel eruit gehaald. 

Ik zou haar graag de gelegenheid geven om mij te zeggen of ze een concreet verzoek aan mij heeft. Ik hoop dat haar eigen behoefte onder wat ze heeft geschreven hiermee wordt erkend en gezien. Meer kan ik nu niet doen, dus ik mag het laten gaan.

Op LinkedIn reageerde iemand met: loslaten is op een andere manier vasthouden. Ik vond dat een erg mooie! Want loslaten betekent niet dat je onverschillig wordt. Het betekent iemand de vrijheid geven om iets te doen of niet te doen, in zijn of haar eigen tempo. 

Het helpt zo om de dingen die er gebeuren op deze manier te begrijpen!

Mijn website

 Zou ik tussen al het schrijven door nog vergeten dat er ook nog een blog was... Mijn blog staat niet meer op nummer één als ik aan schrijve...