Februari bleek een drukke maand te worden. We maakten kennis met twee woonplekken, waar onze twee jongste kinderen een tijdelijk adres zouden vinden. De bedoeling was nog steeds dat het ongeveer een half jaar zou gaan duren*, en het ene adres, een gezinshuis dat zich net in de buurt had gevestigd en dat eigenlijk alleen als doel had om kinderen op te vangen met perspectief, d.w.z. tot hun 18e, stelde zelfs als voorwaarde dat het niet langer zou gaan duren. (.....)
Het andere adres betrof een jong echtpaar zonder kinderen.
De kennismakingen verliepen allebei prettig, en er werd een datum geprikt waarop de jongens, liefst allebei op dezelfde datum, naar hun nieuwe adressen zouden gaan. Ze mochten ook zelf kennismaken.
Intussen logeerde ik nog steeds het merendeel van de tijd bij iemand in huis. Hier zou ik zeker de jongens niet kunnen ontvangen tijdens de komende contactmomenten. Dat zou ook niet nodig worden, want degene bij wie ik in huis was, vroeg of ik een andere plek wilde gaan zoeken (over deze periode heb ik eerder geschreven). Natuurlijk zou het een optie zijn om weer in te trekken in ons gezamenlijke huis, maar ook daar zou ik de kinderen niet kunnen ontvangen gezien de hele problematiek. Gelukkig kreeg ik de beschikking over een vrijstaand gastenverblijf van drie verdiepingen (in een kapschuur). Dit was een plek met enorm veel vrijheid en rust, heel erg geschikt om bezoek van mijn kinderen te ontvangen!
Hoewel er nog altijd één zoon thuis woonde, besloot ik om zelf ook definitief het huis te verlaten op de dag dat mijn twee jongste kinderen weg zouden gaan. De thuiswonende zoon had een fulltime baan plus twee avonden opleiding, en als hij thuis was, zat hij toch op zijn kamer. Hij vond het best.
En toen kwam de dag dat de jongste twee vertrokken waren.... ik weet nog dat ik, zoals steeds, ervan overtuigd was dat het niet anders kon en ook niet had gekund, en ik denk niet dat ik mezelf toen al toestond om te rouwen om wat niet was. Ik herinner me de enorme energie waarmee ik de auto tot de nok toe vollaadde met spullen die ik dacht nodig te hebben de komende tijd. Het hele huis liep ik door, ik nam afscheid van alle kamers, keek in alle kasten of er iets lag wat ik niet kwijt wilde, en ik vertrok van een huis dat zijn ziel had verloren doordat de allermeeste kinderen weg waren gebracht zonder hoop om ooit op die plek terug te keren.
En ik reed mijn nieuwe leven tegemoet.
*half januari was de rechtszitting waarbij de uithuisplaatsing is uitgesproken voor een half jaar, met mogelijkheid tot verlenging tot een jaar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten