De junioren hebben weer een koekjesrecept met succes uitgeprobeerd: Arnhemse meisjes! Niet moeilijk, wel heel lekker: de basis is gewoon bladerdeeg, ingekwast met suikerstroop en extra met suiker bestrooid.
Officieel horen Arnhemse meisjes ovaal van vorm te zijn. Wij sneden gewoon vierkantjes uit het bladerdeeg. Zo gaat het sneller en verlies je geen restjes. Ook een voordeel is dat je zelf kunt bepalen hoe groot of hoe klein de koekjes worden. Al is dat geen garantie dat je er langer mee doet...
Arnhemse meisjes (30 stuks)
6 plakjes bladerdeeg - kristalsuiker
Laat het bladerdeeg ontdooien. Weeg 50 g suiker af en 50 ml water (50 ml water is ook 50 g voor het geval je het op de weegschaal doet). Doe het water met de suiker in een pannetje en kook even tot alle suiker is opgelost. Verwarm de oven voor op 220 graden. Leg de plakjes bladerdeeg op elkaar en rol uit tot een rechthoek van ongeveer 22 x 30 cm. Kwast de bovenkant van het deeg in met de suikerstroop, bestrooi daarna met kristalsuiker. Snijd het deeg in 30 vierkantjes (of in een andere vorm), en bak ze 15-20 minuten.
Je hoeft ze niet af te laten koelen - warm zijn ze ook lekker!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten