Het is eind november 2018. Ons hele gezin is uitgenodigd voor een bespreking bij Samen Veilig, waar we het advies van de onderzoekers van de Raad voor de Kinderbescherming zullen horen. Natuurlijk is iedereen gespannen en daarom zijn de kinderen wat lacherig. Niet iedereen is er, maar de meeste thuiswonende kinderen wel, en ook oudste broer is gekomen.
De periode hieraan voorafgaand was een roerige. Wij als ouders waren al een hele tijd niet tegelijkertijd thuis bij de kinderen, maar dat bracht niet voldoende rust. De spanning bleef als een dikke zware deken over het huis liggen, en de kinderen hadden hier last van. Dat hadden de onderzoekers goed gezien. Ze kenden ook de financiële situatie, met alle (on)mogelijkheden van dien. Toch kwam het advies nog hard aan.
Op rustige toon, in taal die de kinderen begrepen, legden de dames uit dat ze tot de conclusie waren gekomen dat de beste optie was om alle kinderen tijdelijk uit huis te plaatsen, bij pleeggezinnen, zodat wij als ouders de tijd zouden krijgen om te regelen wat nodig was om te zorgen voor een goede, stabiele en veilige definitieve situatie. Ze legden uit dat ze echt de tijd gingen nemen om goede plekken te zoeken voor iedereen, dat het niet nodig was om op stel en sprong weg te gaan. En dat de omgang met papa en mama gewoon kon blijven gebeuren, naar behoefte, en ook weekends en vakanties bijvoorbeeld.
Wij als ouders kregen hier nog extra uitleg over. De kinderen waren hier niet bij, die vermaakten zich prima in de wachtkamer met de daar aanwezige automaat waar ze chocolademelk uit konden tappen. Dit gesprek vond ik zelf erg prettig. Sowieso heb ik van de onderzoeksters van de Raad een heel professionele indruk gehad tijdens het hele voorafgaande traject. Ze toonden zich zeer betrokken bij ons allebei. Ze vroegen ons of we beiden bereid waren om een psychologisch onderzoek te ondergaan, en dat waren we. Daaruit hoopten ze meer duidelijkheid te krijgen. Het was ook nodig dat we zouden zorgen voor een goede woonplek, en voor een ouderschapsplan waarin we alles zouden vastleggen hoe we de dingen voor de kinderen zouden regelen.
En daarmee was de bespreking alweer uitgelopen. Het gebouw moest op slot dus wij moesten eruit. De jongens gingen met Marco weer op de fiets naar huis, want het was zijn halve week thuis, en ik reed als verdoofd naar mijn logeerplek, waar ik de tijd had om alles een beetje te laten bezinken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten