Op dit moment lees ik het boek "Punished by rewards" van Alfie Kohn. Ik heb het gekocht omdat Marshall Rosenberg het ergens aanraadde in een van de workshops die online staan. Helaas vind ik het erg lastig om te lezen, Engelse vaktaal, maar ik sla me er toch moedig doorheen, omdat ik denk dat ik er wat aan ga hebben.
Want in mijn situatie, met zoveel verschillende instanties, kom ik in het professionele veld óók mensen tegen die nog de mening zijn toegedaan dat kinderen moeten doen wat hun ouders willen. En daarbij worden soms methoden gehanteerd die botsen met mijn ideeën. (Die methoden werken trouwens niet, dat had ik ze kunnen vertellen, maar het is ook goed als ze daar zelf achterkomen).Net zoals elk oordeel, zowel positief als negatief, een plekje aangeeft op een schaal van goed naar fout, en Rosenberg heel goed kan uitleggen waarom óók "positieve" oordelen niet brengen wat je echt wilt, zo kun je ook denken over belonen en straffen.
Eerst over straffen: Alfie Kohn had mensen gevraagd om terug te denken aan een keer (of meerdere) dat zij als kind zijn gestraft, en wat dit hen had gebracht. Dit heb ik zelf uiteraard ook gedaan. Ik kan me niet veel straffen herinneren want ik was als kind bijzonder meegaand. Maar ik heb wel één zeer levendige herinnering aan een straf die ik heb gekregen:
Ik was een jaar of 4 à 5 denk ik. Mijn broer had me leren lezen, en voor mijn verjaardag had ik een setje gekregen met letters die je in een bord met gaatjes kon prikken, om zo woorden te vormen. In ons gezin gold de regel dat we geen vieze woorden mochten zeggen. Poep en pis waren verboden woorden, en er stond ook een straf op. Nu dacht ik met mijn slimme kleuterverstand dat zeggen iets anders was dan schrijven. Ik prikte netjes de letters P O E P op het bord, hield ook een S achter de hand, en liep naar de keuken om het aan mijn moeder te laten zien. Mijn moeder zag zich genoodzaakt om de consequentie uit te voeren die ze zelf had bedacht, en het hielp me niet of ik al snel één van de P's voor de S inwisselde en liet zien dat er eigenlijk P O E S stond (of soep, dat weet ik niet meer). Het mocht niet baten, ik moest mijn mond spoelen met zout water. Dat was heel vies. En ik voelde me vooral verongelijkt.
Ik ben wel vaker gestraft, in ons gezin werden er ook tikken uitgedeeld en ik heb die wel eens gekregen, maar heb geen flauw idee meer waarvoor. Wat ik wel weet, is dat ik er hooguit het gevoel aan heb overgehouden dat mijn ouders me niet begrepen.
Kohn kreeg veel (vaak heel schrijnende) verhalen te horen, er zat er niet ééntje tussen waar de persoon in kwestie aangaf dat de straf hem of haar tot een beter mens had gemaakt. De positieve verhalen kwamen van mensen die juist NIET gestraft waren, maar te maken hadden met een leraar of ouder die hen met begrip en vriendelijkheid had behandeld.
Ik ben zeer benieuwd naar wat Kohn verder te zeggen heeft, maar ben zelf ook nog niet verder gekomen in het boek dan dit....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten