Als je een nieuw recept ontdekt, is geen enkele moeite te veel - tenminste als je het heel graag wilt uitproberen. Om hetzelfde kunstje elke week te herhalen is een ander verhaal. Het appelspiraalbrood van vorige week is daar een mooi voorbeeld van. Daarom bedacht ik een andere methode waarmee je vrijwel hetzelfde resultaat krijgt, maar dan veel makkelijker. Bovendien krijg je met deze methode allemaal kleine broodjes en hoef je het brood niet in punten te snijden, die niet zo makkelijk mee naar school te nemen zijn. Daarom hieronder het recept voor deze kleine appelspiraalbroodjes (het recept zelf is niet anders, alleen de verwerking van het deeg):
Appelspiraalbroodjes (8 stuks)
150 volkoren meel - 150 g bloem - 1/2 tl zout - 1/2 el droge gist - 1/4 tl kaneel - 2 el suiker - 2 el gesmolten boter - ca. 200 ml lauwwarme melk
3 appels (wij deden Elstar)
kaneelsuiker om te bestrooien
Voorbereiding: Maak het deeg een dag of een halve dag van tevoren. Roer alle droge ingrediënten door elkaar en voeg de gesmolten boter toe en zoveel warme melk dat je geen droge ingrediënten meer ziet. Het deeg moet te roeren zijn en moet iets uitzakken. Dek de kom af en laat 2 uur bij kamertemperatuur staan, zet de kom daarna tot gebruik in de koelkast.
Doordat de gesmolten boter weer opstijft, wordt dit deeg ook wat stijver dan ander niet-kneden deeg. Dat is voor de verdere verwerking met de appels wel zo prettig.
Bereiding: Bestrooi het werkvlak met bloem en haal het deeg met behulp van een deegschraper uit de kom. Laat het deeg op het werkvlak vallen en bestrooi ook de bovenkant van het deeg met bloem. (Dit is tegen het plakken, gebruik net genoeg bloem om het deeg behandelbaar te maken/houden.)
Duw het deeg uit tot een grote rechthoek, of gebruik een deegrol. Beleg de hele bovenkant met schijfjes appel, leg ze in rijen zodat het deeg later makkelijk opgerold kan worden. Bestrooi de appels met kaneelsuiker, en rol de hele deeglap, met appeltjes en al, voorzichtig op. Plakt het toch weer aan het werkvlak, gebruik dan de rechte kant van de deegschraper om het los te maken, wrijf evt. nog wat bloem over de plakkerige gedeeltes.
Snijd met een groot mes de deegrol in acht gelijke stukken, leg die op bakpapier op een of twee bakplaten, laat nog een half uurtje rusten.
Bestrooi desgewenst de snijvlakken met nog wat kaneelsuiker en bak de broodjes bij 180 graden in ongeveer 30 minuten goudbruin en gaar.
Bereiding: Bestrooi het werkvlak met bloem en haal het deeg met behulp van een deegschraper uit de kom. Laat het deeg op het werkvlak vallen en bestrooi ook de bovenkant van het deeg met bloem. (Dit is tegen het plakken, gebruik net genoeg bloem om het deeg behandelbaar te maken/houden.)
Duw het deeg uit tot een grote rechthoek, of gebruik een deegrol. Beleg de hele bovenkant met schijfjes appel, leg ze in rijen zodat het deeg later makkelijk opgerold kan worden. Bestrooi de appels met kaneelsuiker, en rol de hele deeglap, met appeltjes en al, voorzichtig op. Plakt het toch weer aan het werkvlak, gebruik dan de rechte kant van de deegschraper om het los te maken, wrijf evt. nog wat bloem over de plakkerige gedeeltes.
Snijd met een groot mes de deegrol in acht gelijke stukken, leg die op bakpapier op een of twee bakplaten, laat nog een half uurtje rusten.
Bestrooi desgewenst de snijvlakken met nog wat kaneelsuiker en bak de broodjes bij 180 graden in ongeveer 30 minuten goudbruin en gaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten