Nu het weer binnenweer is probeer ik om elke week een keer koekjes te bakken. De koekjes van deze week heten Brugse achtjes, zijn eenvoudig en leuk om te maken, en, ook niet onbelangrijk: smaken prima!
Het fijne van zelf koekjes bakken is dat je ze wat gezonder kunt maken. Voor dit soort koekjes vervang ik vaak de helft van de bloem door volkoren meel. Ook kun je zelf het formaat bepalen. Deze keer kozen wij voor een wat royaler formaat, maar je kunt er ook kleine koekjes van bakken uiteraard. Het totaalgewicht komt ongeveer op 500 gram.
Brugse achtjes (24)
250 g bloem - 150 g boter of margarine - snufje zout - 100 g gele basterdsuiker - 1 tl kaneel
Maak met de bloem, boter, kaneel en zout een kruimelig deeg door de boter met twee messen in piepkleine stukjes te snijden. Als je een keukenmachine hebt, kan het ook heel makkelijk daarin worden gemaakt. Voeg ongeveer 0,5 dl water toe en kneed dit snel door tot een samenhangende bal (of laat de keukenmachine nog even doordraaien tot het een samenhangend deeg is geworden).
Verdeel het deeg in het gewenste aantal stukjes en rol elk stukje uit tot een lang worstje. Rol elk worstje door de basterdsuiker, vorm er een krakeling van en leg ze op de bakplaat.
Bak de krakelingen in 20 à 30 minuten krokant en gaar bij 200 graden Celsius (die van ons bekeek ik pas na 30 minuten en toen waren ze eigenlijk een beetje te donker).
Probeer om niet meer dan één koekje per keer te nemen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten